Verloven
Verloven
Wij vinden het belangrijk dat je als (aspirant) sportschutter weet wat op het gebied van de schietsport wel en niet is toegestaan.
Of je nu in het beginstadium van de schietsport zit of dat je al over een eigen verlof beschikt; het is belangrijk om te beseffen dat het verkrijgen van het verlof iets bijzonders is en aan strenge wet- en regelgeving gebonden is. Je hebt geen recht op een verlof, je kunt het wel verkrijgen.
Als sportschutter kun je ervan uitgaan dat je gedrag voortdurend onder een vergrootglas ligt, ook buiten de schietsport om. Het overtreden van wet- of regelgeving (ook al doe je dit per ongeluk) wordt al vrij snel beschouwd als iets ernstigs en de kans op sancties is groot. Het is niet uit te sluiten dat een vergrijp waarvoor je voor de rechter zou moeten verschijnen kan resulteren in het intrekken van je verlof en in beslagname van de wapens welke je onder je hebt.
In de hierna volgende vind je een overzicht van de belangrijkste wet- en regelgeving. Realiseer je echter wel dat er in dit document (interpretatie-) fouten kunnen voorkomen en dat afgifte van een verlof altijd een beslissing is van de afdeling korpscheftaken van de woonplaats waar je onder valt. Daarnaast verandert de regelgeving met enige regelmaat. Kijk belangrijke zaken dus altijd zelf na in, met name, de CWM (Circulaire Wapens en Munitie). Uiteraard kun je ook vragen stellen aan een ter zake kundig bestuurslid of informatie raadplegen welke beschikbaar is op de website van de KNSA.
De belangrijke informatiebronnen nu beschikbaar zijn:
- De website van de KNSA.
- De Wet Wapens & Munitie (WWM).
- De Regeling Wapens en Munitie (RWM).
- De Circulaire Wapens en Munitie 2019 (CWM).
De basis van de WWM zoals hierboven genoemd stamt uit 1999 en is sindsdien een aantal keer aangepast en uitgebreid. Deze wet wordt steeds aangepast zodra dit noodzakelijk of wenselijk is. Denk hierbij aan wetgeving in landen om ons heen of maatregelen om de kans op herhaling van incidenten welke reeds hebben plaatsgevonden te verkleinen. De WWM is een “raamwet” en dat houdt in dat het de kaders aangeeft maar de uitwerkingen en aanwijzingen zijn terug te vinden in de RWM en CWM.
De CWM bevat informatie over de interpretatie van de WWM en specifieke regels voor onder andere sportschutters.
Alle informatie van deze en de volgende pagina’s is ook te downloaden als pdf op onze downloads pagina.
Uitleg begrippen
Wapens en munitie
Wapens worden door de overheid ingedeeld in vier categorieën:
- Ongewenste niet-vuurwapens: a. stiletto’s, valmessen, werpsterren, boksbeugels, katapulten e.d. Maar ook zaken die sterk op een (vuur)wapen lijken.
- Militaire en andere wapens: a. ‘kanonnen’, granaten, mijnen, vlammenwerpers, automatische vuurwapens, traangas, etc.
- Verlof plichtige vuur- en andere wapens: vuurwapens die niet vallen onder categorie II, naast alarm- en startpistolen.
- Relatief ongevaarlijke (blanke) wapens: zwaarden, degens, luchtwapens, kruisbogen en ook voorwerpen die niet als wapen bedoeld zijn maar er wel voor gebruikt kunnen worden, zoals een honkbalknuppel (onder de toonbank).
De wapens van categorie 1 zijn altijd verboden. De wetgeving in Nederland kan sterk verschillen van de wetgeving in landen om ons heen of landen waar we op vakantie gaan. Het feit dat je een “wapen” zonder problemen kunt kopen betekent niet dat deze ook in Nederland legaal zijn. Denk hierbij aan de z.g. balletjespistolen of alarmpistolen. Zodra deze het uiterlijk hebben van een echt wapen zou dit voor bedreiging of afdreiging gebruikt kunnen worden en is het dus een verboden wapen. Het gaat in dit document te ver om alle voorbeelden te noemen maar als je twijfelt vooral niet kopen.
Wapens van categorie 2 zijn ook verboden wapens maar onder bijzondere omstandigheden kan er een ontheffing worden verleend. Dit is bijvoorbeeld van toepassing voor verzamelaars en musea.
De wapens van categorie 3 zijn de wapens waar je als sportschutter mee te maken krijgt. Voor deze wapens gelden strikte regels en wetgeving voor het bezit en deze wapens zijn verboden. Het is echter wel mogelijk om door middel van een Verlof, Jachtakte of ontheffing deze wapens te mogen bezitten en gebruiken.
De wapens van categorie 4 zijn van een bijzondere categorie. Deze wapens zijn niet bedoeld om mensen te verwonden of ernstig letsel toe te brengen. Een voorbeeld hiervan is een honkbalknuppel. Deze is primair bedoeld om een sport mee te beoefenen en daarom vrij te koop. Heb je deze laat op de avond naast je stoel liggen en kom je in een verkeerscontrole dan is het een wapen van categorie IV. Ook Airsoft wapens en toebehoren vallen onder categorie 4 net als lucht- en gasdrukwapens. Het bezit is vrij voor iedereen die 18+ is maar het transport en gebruik is aan voorwaarden gebonden.
De wet stelt dat alle wapens en munitie altijd verboden zijn, behalve wanneer er specifiek een uitzondering voor gemaakt is. Voor categorie 4-wapens wordt direct al een uitzondering gemaakt. Het bezit hiervan is vrij voor personen ouder dan 18 jaar (vrij bezit betekent nog niet dat men een en ander in de openbare ruimte vrij voorhanden mag hebben).
Voor de overige categorieën kan een verlof, jachtakte of ontheffing worden verleend.
Munitie wordt door de wetgever ingedeeld in slechts twee categorieën:
- Munitie uitsluitend geschikt voor categorie 2-wapens; explosieve, giftige, pantser- doorborende of brandstichtende munitie.
- Alle overige munitie voor categorie 3
Daarnaast stelt de wet dat dezelfde regels gelden voor onderdelen van wapens en munitie. Echter met één uitzondering, namelijk: ‘…kennelijk gebruikte lege patroon- en kardoeshulzen, bestemd voor, dan wel deel uitmakend van, een verzameling’.
Het bezit van lege, gebruikte hulzen is dus niet verboden. Echter alleen als ze onderdeel zijn van een verzameling. Dit houdt in dat het geen enkel probleem is als je een paar lege hulzen thuis hebt van elk kaliber dat op de vereniging verschoten wordt. Heb je echter een grote hoeveelheid hulzen van één kaliber (bijvoorbeeld omdat je later wilt gaan herladen), dan geldt dit niet meer als een verzameling. Het bezit ervan is voor niet-verlofhouders of verlofhouders zonder dat kaliber op verlof strafbaar.
Grote Magazijnen
Vanuit harmonisatie van Europese wetgeving zijn er per juli 2019 twee categorieën vuurwapens ontstaan, de A6 en de A7 wapens. Het gaat hier om semiautomatische pistolen waarvoor magazijnen met een magazijncapaciteit groter dan 20 patronen (+1 in de kamer) gebruikt worden en semiautomatische geweren waarvoor magazijnen met een magazijncapaciteit groter dan 10 patronen (+1 in de kamer) gebruikt worden. Het handelt in beide gevallen om munitie in centraal-vuur uitvoering; dus groot kaliber en geen .22LR.
De A6 wapens zijn die wapens welke origineel een automatisch wapen waren maar welke duurzaam zijn omgebouwd naar semiautomatische wapen. Een voorbeeld hiervan is onze vereniging FAL.
A7 wapens zijn wapens welke gebouwd zijn als semiautomatisch wapen, maar uitsluitend als men voor deze wapens grote magazijnen wil hanteren. Bijvoorbeeld een AR15, met een 10 schots magazijn, is geen A7 wapen.
Deze wapens in combinatie met grote magazijnen zijn verboden. In Nederland is er een uitzondering gemaakt voor sportschutters die een specifieke discipline beoefenen waarbij een dusdanig wapen met groot magazijn nodig is. Deze uitzondering komt erop neer dat wanneer sportschutters c.q. verlofhouders kunnen aantonen dat zij een discipline beoefenen waarvoor grote magazijnen toegestaan zijn, zij toch het wapen op verlof kunnen krijgen dan wel kunnen behouden.
Hetzelfde geldt voor het bezit/aanschaf van wapens in de categorie A6.
Dat is van toepassing op de volgende disciplines zoals benoemd in de RWM art. 43A.: militair en service pistool, action shooting, meesterkaart zwaar, militair en veteranen geweer, .30M1, precisie- geweer en alle IPSC/DSR-disciplines in pistool en geweer.
Betrokken schutters moeten hiervoor een extra aanvraag voor aantekening op hun verlof doen.
In de praktijk gaat het om een aantekening tot het voorhanden mogen hebben van dit soort magazijnen. Aantallen worden niet genoemd. Hiervoor moet de schutter lid zijn van een vereniging waar deze disciplines kunnen worden beoefend en de vereniging moet hiervoor een erkenning hebben vanuit het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Certificering van de vereniging door de KNSA is hiervoor voorwaardelijk. SSV Griffioen heeft de erkenning en wij hebben de erkenning dat wij A6 en A7 verenigingswapens hebben.
Gebruik van verenigingswapens en wapens van mede- schutters
Een beginnend sportschutter mocht tot enige jaren geleden, als hij/zij nog geen jaar volwaardig lid was van de vereniging, uitsluitend met bepaalde verenigingswapens de sport beoefenen. Het betrof hier wapens in het kaliber .22LR die geschikt zijn voor het beoefenen van de zogenoemde ‘Olympische disciplines’. Hieronder vallen zowel revolvers, pistolen als grendelgeweren in .22LR.
Sinds de CWM 2016 is het echter mogelijk dat een beginnend sportschutter die nog geen jaar volwaardig lid is, de sport ook kan beoefenen met verenigingswapens die zijn toegelaten in de disciplines van de International Sport Shooting Federation (ISSF) en de disciplines van de Muzzle Loader Associations International Committee (MLAIC), zoals gereglementeerd door de KNSA. Dat betekent dat zij ook gebruik mogen maken van groot kaliber pistolen en revolvers (maximaal 9 mm), groot kaliber enkelschots-geweren (dus niet met semiautomatische geweren) en wapens die passen in de discipline Historische Wapens. In de CWM wordt gesproken over ‘9 mm’. In de praktijk wordt .38/.357 hieraan gelijkgesteld, aldus de KNSA.
Deze beperking t.a.v. soort en kaliber is niet alleen van toepassing op de verenigingswapens, maar ook op wapens die medeschutters hen op de baan ter hand stellen. Naast deze wettelijke beperkingen kan de vereniging ook haar eigen voorwaarden stellen t.a.v. de geoefendheid van beginnende sportschutters (bv. opleidingen en toetsen). Er zijn ook weer uitzonderingen zoals beschreven in de onderstaande casus:
Een aspirant start de OBC op 1/1/2025 en dat is de start van de KNSA-licentie. De persoon wordt volwaardig lid per 1/7/2025 (tevens het eerste moment waarop je een eigen wapen op verlof kunt krijgen) en doet ook de clinic semi-auto op 1/7/2026. In dit geval mag je per 1/7/2026 met een vereniging semi-auto geweer of .45 ACP schieten. Van een mede-schutter mag je deze fase 3 wapens (en daar valt ook een KKG semi-auto onder)pas aannemen per 1/1/2027.
Na een vol jaar volwaardig lidmaatschap, en daarmee tenminste 18 maanden na het succesvol doorlopen van de OBC Cursus of afronden van de schiettoets, kan een lid geautoriseerd worden voor het schieten met verenigingspistolen en verenigingsrevolvers met een kaliber groter dan 9 mm. Slechts na het met succes doorlopen van de clinic semiautomatisch geweer mag er geschoten worden met semiautomatische geweren. Dit geldt uitsluitend voor verenigingswapens. Voor het gebruik van soortgelijke wapens die niet het bezit zijn van de vereniging, maar bijvoorbeeld van een medeschutter, moet gewacht worden tot het moment waarop men 2 jaar KNSA lid is. (Lees ook de casus hierboven)
Voor niet-KNSA-leden, de zogenoemde ‘introducés’, geldt dat zij slechts onder direct toezicht, ter kennismaking, de sport mogen beoefenen. Voor hen gelden dezelfde wettelijke regels als voor beginnende sportschutters die nog geen vol jaar volwaardig lid zijn; dit naast de aanvullende voorwaarden van de vereniging. Niet-KNSA-leden mogen slechts driemaal per twaalf maanden geïntroduceerd worden (wettelijke beperking). Het is ook van belang om te weten dat leden met de “Aspirant” status geen schutters mogen introduceren. Introducees mogen NOOIT met categorie 3 wapens schieten.
Schutters die een eigen wapen aan een andere schutter uitlenen, moeten altijd direct toezicht houden op het wapen en de bijbehorende munitie. Zij bevinden zich dus de gehele tijd op het schietpunt.
Wapen(onderdelen) en munitie(onderdelen) in het buitenland kopen
Op buitenlandse websites zijn wapenonderdelen en munitie vaak (ogenschijnlijk) een stuk goedkoper te krijgen dan bij de erkende Nederlandse wapenhandel. Het vrij invoeren van wapens en munitie (en dus ook onderdelen) is echter niet toegestaan. Ook hier kan een uitzondering op gemaakt worden.
Bij de Centrale Dienst In- en Uitvoer (CDIU) kan een ‘consent’ worden aangevraagd. Zonder dit ‘consent’ is in- en uitvoer niet toegestaan. Het met de auto naar België of Duitsland rijden geldt in dit geval ook als in- en uitvoer.
Voor de goede orde is het vermeldingswaardig dat er verwarring is over de begrippen “patroonhouder” en “Magazijn”.
Patroonhouders (zoals bv de clip van een Garand), patroonschakels, patroonbanden en laadstrips hebben geen consent nodig.
Specifieke delen van wapens welke wel onder de werking van de WWM vallen en verlof plichtig zijn:
- De kast
- Het frame
- De loop
- De slede
- De afsluiter